De petitie tegen het verbod op conversietherapie

Geachte commissieleden,

Vandaag spreek ik tot u als vertegenwoordiger van Stichting De Roze Leeuw en als homoseksueel die zich zorgen maakt over het voorgestelde verbod op conversietherapie. Hoewel dit wetsvoorstel is ingegeven door de intentie om kwetsbare individuen te beschermen, geloof ik dat het onbedoelde gevolgen kan hebben die onze vrijheden en rechten beperken.

Een van de kernpunten van dit wetsvoorstel is het verbod op handelingen die gericht zijn op het veranderen of onderdrukken van iemands seksuele gerichtheid of genderidentiteit. Dit roept de vraag op: als het verboden is om iemand te begeleiden van homoseksualiteit naar heteroseksualiteit, zou het dan niet evenzeer verboden moeten zijn om iemand te begeleiden van heteroseksualiteit naar homoseksualiteit? Gelijkheid vereist immers dat we beide richtingen in ogenschouw nemen. Dit wetsvoorstel lijkt echter een ongelijk speelveld te creëren.

Het wetsvoorstel bevat bovendien een zorgwekkende bepaling die ingrijpt in de privésfeer. Gedragingen die zich uitsluitend binnen de opvoedingsrelatie afspelen – zoals gesprekken tussen ouder en kind – vallen ‘in beginsel’ buiten de strafbaarstelling. Maar tegelijkertijd stellen de initiatiefnemers dat het niet uitgesloten is ‘dat er wel sprake kán zijn van strafbaarheid van ouders’. Dit betekent dat zelfs ouders in de privésfeer worden bedreigd door inmenging van de overheid. De opvoedingsfunctie, die bij uitstek een taak van ouders zou moeten zijn, dreigt steeds meer overgenomen te worden door de overheid. Dit schept een gevaarlijk precedent waarin de staat bepaalt wat wel en niet gezegd mag worden binnen een gezin. Waar ligt de grens?

Het is cruciaal dat mensen zichzelf kunnen zijn. Voor degenen die worstelen met hun seksuele geaardheid en hier vragen over hebben, moet professionele begeleiding beschikbaar zijn. Dit geldt voor zowel heteroseksuelen die hun gevoelens willen onderzoeken als voor homoseksuelen die dit willen doen. Het beperken van dergelijke begeleiding berooft individuen van de mogelijkheid om hun identiteit volledig te begrijpen en te omarmen. Tegelijkertijd erkennen wij dat het dwingen van iemand om in therapie te gaan – door bijvoorbeeld druk vanuit een gemeenschap of familie – absoluut onacceptabel is. Hier moeten we als samenleving stevig tegen optreden.

Daarnaast willen we wijzen op de beperkte basis waarop dit wetsvoorstel is gebaseerd. Het onderzoek van Bureau Beke en Ateno, dat de aanleiding vormde voor dit voorstel, is gebaseerd op slechts veertien interviews, voornamelijk uit buitenlandse contexten. Dit roept vragen op over de representativiteit en toepasbaarheid van de bevindingen op de Nederlandse situatie. Het is ontoelaatbaar dat op basis van zulke summiere gegevens een wet wordt voorgesteld die diep ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer van burgers.

De Raad van State heeft terecht kritiek geuit op het wetsvoorstel, omdat het in strijd kan zijn met grondrechten. Een begrip als genderidentiteit is niet duidelijk afgebakend, wat kan leiden tot interpretatieproblemen en juridische onzekerheden. Bovendien heeft de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) gewaarschuwd dat het voorstel ingrijpende inbreuken maakt op basale vrijheden rond religie, opvoeding en onderwijs. Fundamentele vrijheden worden hierdoor voorwaardelijk gemaakt, wat een gevaarlijk precedent schept.

Het strafrecht dient als ultimum remedium, het laatste redmiddel, ingezet te worden. Het huidige strafrecht biedt al voldoende mogelijkheden om schadelijke praktijken aan te pakken, zoals bepalingen tegen dwang, bedreiging en mishandeling. Een aanvullende strafbaarstelling lijkt daarom overbodig en kan leiden tot een juridisering van persoonlijke en religieuze overtuigingen.

Tot slot wil ik benadrukken dat dit wetsvoorstel een precedent kan scheppen waarbij de overheid zich mengt in persoonlijke overtuigingen en keuzes. Dit kan een gevaarlijke weg zijn die uiteindelijk leidt tot verdere beperkingen van individuele vrijheden, ook voor holebi’s die juist ruimte zoeken om zichzelf te ontdekken en te begrijpen.

Ik roep u op om dit wetsvoorstel kritisch te heroverwegen. Bescherm onze fundamentele rechten en vrijheden. Laten we als samenleving streven naar een omgeving waarin iedereen vrij is om zijn of haar identiteit te onderzoeken en te omarmen, zonder onnodige overheidsinmenging.