Het Regenbooghuis: een stap richting segregatie.
Na zes jaar plannen is besloten dat het Regenbooghuis in Amsterdam er niet komt. Een keuze die velen zal verrassen, maar misschien is het tijd om de onderliggende vraag te stellen: is zo’n initiatief werkelijk een stap vooruit naar acceptatie, of werkt het onbedoeld juist averechts?
De Roze Leeuw heeft altijd gepleit voor een samenleving waarin iedereen samenleeft, niet apart. Het concept van een Regenbooghuis klinkt in theorie misschien goed: een veilige haven voor LHBTI+ personen. Maar wat betekent het werkelijk voor de gemeenschap en de samenleving als geheel? Het antwoord op die vraag is belangrijker dan de realisatie van een dergelijk huis.
Apart zetten of samenbrengen?
Initiatieven zoals het Regenbooghuis beogen veiligheid en acceptatie te bevorderen, maar wat ze vaak onbedoeld bereiken is precies het tegenovergestelde. Door specifieke groepen apart te zetten, versterken ze de indruk dat deze groepen niet ‘normaal’ onderdeel kunnen zijn van de samenleving. Dit is schadelijk, zowel voor de doelgroep zelf als voor de bredere samenleving. Acceptatie en veiligheid kunnen niet ontstaan in isolatie; ze moeten groeien in een samenleving waar iedereen gelijkwaardig is en als zodanig behandeld wordt.
In plaats van mensen samen te brengen, wordt de kloof vergroot. Het idee van een ‘alternatieve samenleving’, waarin men een eigen plek nodig heeft om zichzelf te zijn, voedt een onterecht gevoel van uitsluiting. Hierdoor ontstaat een narratief dat niet aansluit bij de werkelijkheid, maar wel een negatief zelfbeeld kan versterken.
Het slachtoffergevoel voeden
Door constant te benadrukken dat bepaalde groepen bescherming nodig hebben, ontstaat een sfeer waarin mensen zich eerder slachtoffer voelen dan zelfverzekerd. Dit is niet alleen schadelijk voor het individu, maar ook voor de samenleving. Wie constant het idee krijgt dat de ‘maatschappij tegen hen is’, zal zichzelf ook zo gaan zien. Dit leidt tot een vicieuze cirkel van onzekerheid en afhankelijkheid.
We zien dit in bredere maatschappelijke debatten. Er wordt steeds vaker met de vinger gewezen naar de zogenaamde ‘witte man’ als oorzaak van alle problemen. Deze generalisaties brengen ons nergens. We moeten uit deze dynamiek stappen en erkennen dat we samen verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van een inclusieve samenleving – een samenleving waarin iedereen, ongeacht achtergrond of geaardheid, zichzelf mag zijn en een volwaardige plaats heeft.
Versterking in plaats van verzwakking
Bij De Roze Leeuw geloven we dat kracht ligt in het individu. Ieder mens heeft de verantwoordelijkheid om op te komen voor zichzelf, maar ook de kracht om zijn of haar eigen plek in de samenleving op te eisen. Dit betekent niet dat we problemen moeten ontkennen, maar dat we ze aanpakken zonder een slachtofferrol aan te nemen. Door mensen apart te zetten, ontneem je hen die kracht. Ze worden afhankelijk gemaakt van structuren en subsidies, in plaats van zelfstandig en veerkrachtig te worden.
Een nieuwe weg vooruit
Wat kunnen we doen om echt bij te dragen aan acceptatie? Het antwoord ligt niet in het bouwen van fysieke muren, maar in het afbreken van mentale muren. We moeten werken aan een samenleving waarin we elkaar ontmoeten, samenwerken en elkaar begrijpen. Dit betekent investeren in educatie, in dialoog en in het doorbreken van vooroordelen aan beide kanten.
Het Regenbooghuis is niet het antwoord op de vraag hoe we een inclusieve samenleving bereiken. Het is een poging die juist bijdraagt aan segregatie. Laten we kiezen voor oplossingen die mensen samenbrengen, niet uit elkaar drijven. Laten we bouwen aan een Nederland waarin iedereen meedoet en niemand apart wordt gezet.
Samen zijn we sterker dan in afzondering. De keuze is aan ons allemaal.