De herdenking van de Slag bij Warns
(26 september 1345)
Vrijheid is een groot goed. Het geeft je als mens en als volk gelegenheid om jezelf te zijn, je identiteit te beleven en te behouden. Maar vrijheid moet telkens weer bevochten worden. Want mensen leven niet alleen, maar in afhankelijkheid van elkaar. En ook volken zijn door allerlei verbanden met elkaar verbonden. Tussen individualiteit en gemeenschapszin, tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid is altijd een zekere balans nodig. Bij onbalans volgt er strijd.
Rond 1345 ontstond er onbalans in de verhoudingen tussen Holland en Friesland. De Friezen tussen Vlie en Eems hadden jarenlang een grote vrijheid genoten, maar zij vielen nu eenmaal onder de graven van Holland. Graaf Willem III had alles nog wat op zijn beloop gelaten, maar toen zijn opvolger Graaf Willem IV van Holland en Henegouwen zich alleen nog door de stad Stavoren zag gesteund maar door de rest van Friesland niet, trok hij met 12.000 tot 15.000 man richting noorden om de opstandige Friezen te onderwerpen. Onderwijl perste hij de kloosters in Marken en Monnikendam nog hoge geldbedragen af om zijn onderneming mogelijk te maken, waardoor hij ook de Friese eigenaren van die kloosters tegen zich kreeg.
De expeditie van de graaf liep op een grote mislukking uit. Onder meer door de weersgesteldheid, Friese slimheid en tactische fouten van de legers van de graaf werd het Hollandse en Henegouwse leger verpletterend verslagen, en kwam de graaf en veel van mijn manschappen om.
Dit alles gebeurde in de buurt van Stavoren, of volgens latere bronnen bij Warns.
Voor de historie is men afhankelijk van diverse middeleeuwse kronieken, die in later tijd in twijfel zijn getrokken, maar waarvan de kroniek van Andreas Cornelius, een belangrijke bron van Friese geschiedschrijving, ten slotte toch behoorlijk betrouwbaaris gebleken.
De Friezen dankten volgens hun geloof de overwinning aan Maria, en om die reden werd eeuwenlang de Friese Lieve-Vrouwedag gevierd op 26 september. Deze viering verdween in de loop der eeuwen, maar in 1942 en na de oorlog in 1945 werd de herdenking van de ‘Slag bij Warns’ weer opgepakt door de ‘Friese Beweging.’ De Friese identiteit, het belang van onafhankelijkheid en vrijheid wordt in die herdenking centraal gesteld. Dit jaar vindt de herdenking plaats op zaterdag 28 september. Overigens is ook de katholieke viering later in ere hersteld, rond ‘Onze Lieve Vrouwe van Zevenwouden’ in Bolsward.
Het is goed dat mensen en ook volken hun eigenheid in ere houden, en nu en dan gedenk- en vierdagen organiseren, om de saamhorigheid en het gemeenschapsgevoel te versterken. Daarbij is niet belangrijk of de herdachte gebeurtenis kort geleden is of plaatshad in een ver verleden. Ook doet het er niet toe of de gebeurtenissen historisch-wetenschappelijk precies verifieerbaar zijn of omringd zijn met verhalen en legenden. Deze individualistische tijd heeft behoefte aan verbinding, aan verhalen, aan monumenten ook.
De grote kei op het ‘Reaklif’, het Rode Klif aan de zuidkust van Friesland, is afkomstig uit Tijnje. De kei vormt het monument van de ‘Slag bij Warns’, maar is geen grafmonument. Het is een gedenksteen, die volgens het opschrift ‘Leaver dea as slaef’ weergeeft dat de Fries liever niet leeft dan dat hij als slaaf een ander moet dienen.
En dat geldt denk ik niet alleen voor de Fries.
Ron