Vrijheid is onder ons een groot goed. Ons land heeft zich in voorbijgaande eeuwen vrijgevochten van buitenlandse overheersing. Vervolgens werden we een toevluchtsoord voor mensen die elders werden onderdrukt. Zij konden in eigen gemeenschappen het leven leiden dat ze wensten. En tenslotte zijn we één van de landen waarin de persoonlijke vrijheid van het individu in hoog aanzien staat.
Als homoseksuelen profiteren wij in hoge mate van de vrijheid om ons eigen leven te leven. Wij mogen onze eigen keuzes maken, en worden daarin over het algemeen niet erg belemmerd. We zijn dankbaar voor ons land, en zijn er trots op.
Zelf hecht ik ook aan mijn vrijheid. Mijn vader was een Fries, mijn moeder een Amsterdamse. Daar ben ik dus een ‘kruising’ van. Friezen én Amsterdammers staan bekend als vrijheidslievende volken. ‘Vrijgevochten’ zou je ze kunnen noemen. Zo kun je snappen dat ook ik mij niet zo gauw laat beleren en bedisselen.
Maar vrijheid kan ook in ons land onder druk staan.
Je zult maar in een gemeenschap opgroeien waarin openlijk homo-zijn niet gebruikelijk en gewenst is. Dan heb je de keus: óf je voegt je in het gareel, óf je breekt eruit. Zo zijn nogal wat homo’s vertrokken uit hun vaak godsdienstige dorp, en verhuisd, vaak naar Amsterdam. Daar kun je immers zijn wie je wilt.
Helaas is ook daar de vrijheid aan het afbrokkelen. Omdat anderen, vanuit hun totalitair denkende gemeenschap, openlijke homoseksualiteit niet aanvaarden. Hand in hand lopen is ook in onze hoofdstad gevaarlijk geworden. Hoezo: ‘vrijheid’? De dreiging van ‘in elkaar geslagen worden’ kan jou beperken in je uitingen. Je wilt wel, maar je durft niet. Want bescherming blijft maar al te vaak uit.
Ook in onszelf zullen we dus de vrijheid moeten vinden. Opgegroeid in een open gemeenschap, en wonend in een vrij liberale stad, voel ik soms in mijzelf een terughoudendheid, een schaamte misschien zelfs, om te zijn wie ik ben. Het kan een zoektocht, een worsteling zijn: ben ik vrij genoeg om de man te worden die ik wil zijn? Of trek ik mij terug, sluit ik me op? Misschien herken je dit. Het zijn dingen waarin we elkaar kunnen bijstaan. Om Roze Leeuwen te worden, met de nadruk op ‘leeuwen’.
Ten slotte is er de verstikkende ‘woke-cultuur’, de politieke correctheid, die ons in een keurslijf drukt van wat deugt en wat niet. Wie anders denkt, – en wij denken anders! – , staat erbuiten. Dat hebben we ervaren in coronatijd, maar ook bij de ‘pride-walk’. Onze Stichting is er niet voor niets. We moeten ons samen innerlijk wapenen, om de vaak felle beschuldigingen te weerstaan. Want ook wij willen vrij zijn, met ònze mening over dingen, ònze houding in het leven. We houden in het publieke debat onze mond niet. Wat men er ook van vinden zal. De lelijke etiketten die men ons soms opplakt, glijden daarom makkelijk van ons af.
Ook dat is vrijheid!
Ron